Marcel Thielemans 100 jaar geleden geboren
Marcel THIELEMANS (Schaarbeek, 13 mei 1912 – Hilversum, 15 mei 2003) werd bekend als zanger-trombonist van het VARA-dansorkest de Ramblers.
“Ik was verschrikkelijk vereerd toen ik in 1933 een aanbieding van Theo Uden Masman kreeg om bij dat toen al beroemde orkest te komen spelen. Wie was ik helemaal? Een Belgische jongen, nèt uit militaire dienst. En dan mag je werken bij een populair Nederlands dansorkest. Of beter nog: een Europees top-orkest, want dat waren de Ramblers toen al. Ik heb – toen ik een paar jaar met de band meedraaide – uitnodigingen gekregen van bekende buitenlandse orkestleiders. Van Ray Ventura bijvoorbeeld, een god in die dagen. Het is Theo Uden Masman geweest die me er steeds van heeft weerhouden bij de Ramblers te vertrekken – en eerlijk, ik heb er geen spijt van gehad. Als ik m’n leven mocht overdoen, deed ik het wéér zo”.
Jeugd in België
Marcel Thielemans werd geboren in Schaarbeek, een voorstad van Brussel. Zijn vader had er een bakkerswinkel, maar speelde ook in de fanfare. Negen jaar oud mocht Marcel ook een partijtje meeblazen en met succes. “Daarom mocht ik met mijn dertiende naar de muziekschool. Soms speelde ik trompet in een orkestje, in korte broek, op een boerenbal. Die waren er bij de vleet in de kleine dorpen rond Brussel. Als we een paar nummertjes hadden gespeeld, riep iemand: Allez zakken! en ging met de pet rond. We hadden geen honorarium, maar haalden toch aardig wat frankjes op”. Thielemans ging naar het conservatorium in Brussel, studeerde (klassiek) trombone en trompet en kreeg een baan in het Philharmonisch Orkest van Brussel. “Ik mocht ook graag dansmuziek spelen en daarom en waarschijnlijk ook om het geld kwam ik terecht in een orkestje in de Cameo, een nachtclub. Dat heeft niet lang geduurd en toen werd het de Gaité in Antwerpen. Een dolle tent, met mooie entraineuses aan de bar”.
Hij raakte verknocht aan de amusementsmuziek. “Ik kreeg steeds meer werk. De grote moeilijkheid was om het ene contract te laten aansluiten op het andere. Want als je een paar vrije weken tussendoor had, verdiende je niks. Maar ik had geen klagen. Ik werkte bijvoorbeeld een zomer in het casino in Blankenberghe. Daar hebben Hollandse muzikanten me ontdekt. Je weet hoe zo iets gaat. Ze vertellen elkaar dat ze ene Thielemans aan het werk hebben gezien die zo verdomd aardig trombone kon spelen. En liedjes zingen. Op een dag moet Theo Uden Masman van de Ramblers dat ook hebben gehoord”. Na zijn militaire dienst, op 1 september 1933, kwam Thielemans bij de Ramblers terecht, waar hij ruim 30 jaar zou blijven.
Zanger/muzikant bij de Ramblers
Vanaf 1936 waren de Ramblers overal in het land te zien. “De VARA heeft ons toen een geweldig contract aangeboden: negen maanden lang vast werk. In de drie overige maanden speelden we in Hamdorf [een destijds zeer chique gelegenheid in Laren]. Dus we zaten gebakken voor het hele jaar. Maar ook bij de VARA was het heel hard werken. Bijna dagelijks een uitzending, meestal rond de lunch, en dan een aftandse bus in, naar een of ander dorp in de provincie”. De Ramblers bleven in de oorlog doorspelen. Dat bezorgde hun toen problemen met de Duitse bezetters en ná de bevrijding moeilijkheden met mensen die er schande van spraken dat er gewoon muziek was gemaakt. “We hebben in de oorlog allerlei soorten gedonder gehad. Met een liedje van Jackie Bulterman bijvoorbeeld. Morgen komt een nieuwe dag heette dat ding. Dus Theo Uden Masman en Bulterman moesten zich onmiddellijk melden bij de Gestapo: Wat dat betekende, morgen komt een nieuwe dag... Er waren telkens van zulke incidenten. We kregen er van langs omdat onze muziek te Engels, te jazzy of te negroïde was. Een NSB-krant schreef dat we duidelijk anti-Duits waren en maar beter allemaal naar de fabrieken in Duitsland konden worden overgebracht. (…) Er waren twee Joodse musici bij ons, Sem Nijveen en Sal Doof. Masman heeft er hard voor gevochten dat zij konden blijven. Zij waren de enige Joodse musici, die nog zo lang hebben kunnen doorspelen. Later is Sal Doof toch nog in een concentratiekamp omgekomen. (…) Toen we eind 1945 in het Amsterdams Concertgebouw speelden, riepen ze Heil Hitler en smeten rookbommen naar ons. Met oranje rook. Ik stond met tranen in mijn ogen te zingen…”.
Thielemans scoorde een groot aantal hits met de Ramblers: Over 25 jaar, Het boemeltje van Purmerend, Als sterren flonk'rend aan de hemel staan, Veel mooier dan het mooiste schilderij en Als op Capri.
Thielemans maakte ook het Franstalige lied populair in Nederland. Oui, oui, oui en Rien n'a pu m'échapper behoren tot zijn bekendste liedjes.
Hij was zeer populair. “Het was wel mooi om een vedette te zijn. Ik was geliefd bij de Hollandse meisjes. Na het optreden stonden ze met drommen te wachten. En ze kwamen ook wel eens bij me aan de deur om een handtekening op haar petticoat te vragen”.
Behalve in de Ramblers zong Thielemans ook in talloze andere Nederlandse (radio)orkesten. In 1957 en 1960 nam hij deel aan het Nationaal Songfestival. In 1957 met 2 liedjes (Simpe, sampe, sompe en Ik weet nog goed), in 1960 met De carroussel.
Toen de TV zijn intrede deed trad hij op in tal van amusementsshows, w.o. Een beetje net als toen en Boertjes van Buuten. Hij trad ook veelvuldig op in het buitenland (Engeland, Duitsland, Zwiterland).
Het einde van de Ramblers
In 1964 kwam een einde aan de Ramblers. “Door een combinatie van factoren. Er kwamen steeds meer orkesten, de rock ‘n’ roll en de beat kwamen opzetten en de mensen kregen televisie. Bovendien, als je dertig jaar Rambler bent geweest, ben je niet jong meer. Oude musici tonen niet op de tv en de jonge waren óók goed. Op een gegeven moment moesten de ouwe lullen er gewoon uit. De muzikanten konden bovendien met studiowerk en alle mogelijke schnabbels veel meer geld verdienen, zodat je ze niet te pakken kreeg voor een uitzending. En om een goed en populair orkest te handhaven moét je steeds met dezelfde mensen werken”. Theo Uden Masman stierf in 1965 aan een hersenbloeding. Bij de heroprichting van de Ramblers door Jack Bulterman in 1974 was ook Thielemans weer van de partij. Na het overlijden van Bulterman nam hij in 1978 de rol van orkestleider over. Marcel Thielemans nam (definitief) afscheid van de band in 1998.
Bij bovenstaande levensschets heb ik gebruik gemaakt van interviews uit kranten en tijdschriften uit de jaren 1960/’70/’80. Deze documentatie is onderdeel van het archief van Piet Hein Honig (1957-2009), vooral bekend geworden als auteur van het Acteurs- en kleinkunstenaarslexicon (1984). Na het overlijden van Honig is een groot deel van zijn uitgebreide archief in de Muziekbibliotheek van de Omroep terechtgekomen.
Charlotte Sienema
Laatste aanpassing op vrijdag 11 mei 2012