Vandaag - 27 december - is het exact 100 jaar geleden dat dirigent en componist Willem van Otterloo (1907-1978) in Winterswijk het levenslicht zag.

Na een compositiestudie bij Sem Dresden aan het toenmalige Amsterdamsch Conservatorium debuteerde hij in 1937 als tweede dirigent bij het Utrechts Stedelijk Orkest.

In 1949 kreeg hij een aanstelling als chefdirigent bij het Residentie Orkest. Die functie bekleedde hij bijna 25 jaar lang. Deze periode is gedocumenteerd in vele opnamen die het orkest in de Grote Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam opnam.

De laatste 10 jaar (van 1962-1972) van dat Haagse dienstverband was hij ook chefdirigent van het Radio Filharmonisch Orkest.

In Hilversum leidde hij het RFO tijdens zo'n 300 concerten en opnamen. In de loop van de 70-er jaren stond hij ook 16 maal voor het Radio Kamer Orkest.

Zijn zoon Rogier trad in de jaren '80 in zijn voetsporen als chef van het Metropole Orkest.

 

Hoewel hij beroemd is geworden als dirigent componeerde Willem van Otterloo ook.

Tussen 1947 en 2000 klonken bij de omroep zes composities Suite nr. 3 (1932), Introductie en allegro (1941), Intrada (1958), Symphoniëtta (1943), Serenade (1944) en de Suite voor strijkers (1938).

De laatste drie werken verschenen onlangs op CD (Challenge CC 72180) in een uitvoering van het voormalige Radio Kamer Orkest o.l.v. Micha Hamel (gecombineerd met de tweede versie van Van Otterloo's bewerking van Schuberts Fantasie (D. 940) voor piano 4-handen, gedirigeerd door Thierry Fischer)

 

Van Otterloo kwam om het leven als gevolg van een verkeersongeluk na een concert in Melbourne op 27 juli 1978.

 

Een Van Otterloo-biografie van de hand van historicus Niek Nelissen is aangekondigd voor het voorjaar van 2008 (februari).