Paper.li Blogger Facebook Twitter
Zoek in catalogus

Opera en de muziekbibliotheek

Zaterdag 8 september klonk tijdens het eerste concert van de ZaterdagMatinee van dit seizoen Les pêcheurs de perles van Georges Bizet. Als vaste bezoeker van de operaserie werd ik nog meer dan anders op mijn wenken bediend: drama, lyriek, geweldige solisten, het RFO en het GOK in topvorm en dirigent Michel Plasson die alles prachtig tot één vloeiend geheel wist te smeden.

Nu we in de muziekbibliotheek een inhaalslag maken met het selecteren en catalogiseren van oude operamaterialen, realiseer ik me hoeveel we hebben op operagebied. En hoezeer de bibliotheek de jarenlange relatie tussen omroep en opera weerspiegelt.

De oudste materialen op operagebied zijn handgeschreven en stammen uit de 19e eeuw. Zo bezitten we een afschrift van de orkestpartituur van I Capuleti e i Montecchi van Vincenzo Bellini uit het midden van de 19e eeuw.

Er is door verschillende kopiïsten aan gewerkt. Een stempel op de titelpagina vermeldt: 'Central-Bureau für Theater von Robert Schröter, Leipzig'. Een soort 19e eeuws verhuurbedrijf voor bladmuziek. Waarschijnlijk is deze partituur aan het eind van de 19e of het begin van de 20e eeuw bij een Nederlands operagezelschap terechtgekomen.

De collectie van de muziekbibliotheek geeft ook een beeld van de geschiedenis van de opera in Nederland. En van de veranderingen in repertoire op operagebied. In de periode tot de Tweede Wereldoorlog had Nederland verschillende operagezelschappen die zich toelegden op het uitvoeren van opera’s in de oorspronkelijke taal of juist in Nederlandse vertaling. Zo bracht de Opera Italiana opera’s in oorspronkelijk Italiaans of in een Italiaanse vertaling, de Nederlandsche Opera bracht opera’s uitsluitend in een Nederlandse vertaling en de Duitse Opera legde zich toe op oorspronkelijk Duitstalig repertoire.
Uit het voormalig bezit van de Opera Italiana komt een afschrift van de orkestpartituur en handgeschreven orkestmateriaal van L’amico Fritz van Pietro Mascagni. Uit het bezit van de Nederlandsche Opera komt handgeschreven orkestmateriaal van Das goldene Kreuz van Ignaz Brüll. Deze opera werd door de Nederlandsche Opera verschillende malen uitgevoerd onder de titel Het gouden kruis, in de periode 1895-1900. Samen met het orkestmateriaal bewaren we een handgeschreven Nederlandstalig tekstboek van de Nederlandsche Opera en Nederlandstalige tekstboekjes voor koor en solisten.

Het is onduidelijk wanneer en waarom de materialen van deze gezelschappen omroepeigendom zijn geworden. Waarschijnlijk zijn ze in de jaren ‘20/’30 in het bezit van de omroep gekomen. Die maakte er, zeker in zijn beginjaren, veelvuldig gebruik van. Vaak zijn de orkestpartijen aangevuld met partijen van omroepkopiïsten.
In de jaren 1925-1932 zond de AVRO-radio ‘Radio opera’s’ uit, geproduceerd en gepresenteerd door Chris de Vos. Deze ingekorte versies van opera’s waren zo populair dat uitgeverij Scheltens in Amsterdam een reeks boekjes uitgaf met een beschrijving van de opera’s. Het gaat om in die tijd gangbaar repertoire als Lakmé, Carmen, Cavalleria rusticana, Mignon, Faust en Der Freischütz.

Vanaf de jaren ’30 gaf de omroep aan Nederlandse componisten opdrachten tot het maken van radiofonische opera’s, opera’s speciaal bedoeld voor uitzending via de radio. Een voorbeeld hiervan is de opera Orestes van Henk Badings, een opdracht van de Nederlandse Radio Unie uit 1954.

In de jaren ’50 programmeerde de omroep al concertante opera’s in het Concertgebouw en na het ontstaan van de Matinee op de Vrije Zaterdag (1961) ging men hier gewoon mee door. De operaserie werd een fenomeen. Bijzondere versies van meer gangbare opera’s worden afgewisseld met moderne werken van veelal Nederlandse componisten. Door de jaren heen wist de Matinee steeds bijzondere vocalisten aan zich te binden. Verschillende Nederlandse opera’s gingen in de Matinee in première. Legende van Peter-Jan Wagemans en Hôtel de Pékin van Willem Jeths woonde ik zelf bij.

De collectie van de muziekbibliotheek bevat veel bijzondere Nederlandse opera’s. Het zijn er te veel om op te noemen. Daarom geef ik, geheel willekeurig, een paar voorbeelden: De blinde van het kasteel Cuillé (1894) van Cornelis Dopper, Das Gelöbnis (1910) van Cornélie van Oosterzee, De Cid (1914) van Johan Wagenaar, Quauhquauhtinchan in de vreemde (1971) van Ton de Kruyf (een opdrachtwerk van de NOS) en Adam in ballingschap (2009) van Robert Zuidam.
Download deze opera via muziekschatten.nl

Naast al deze bijzondere materialen hebben we natuurlijk ook moderne uitgaven (partituren en piano-uittreksels) van (bijna) alle bekende en minder bekende opera’s. Beschikbaar voor alle MCO- en omroepcollega’s.

Charlotte Sienema,
Catalogiseerder klassieke muziek.

LINK:
Overzicht van opera's van Nederlandse componisten in MB-collectie

Laatste aanpassing op woensdag 24 oktober 2012

« Terug naar het overzicht.

< Vorige Volgende >

Opera en de muziekbibliotheek